woensdag 2 januari 2008

Dylan

Begin jaren negentig deed Dylan de stad Groningen aan in het kader van zijn 'Never Ending Tour'. Het idee dat 'De Bobster' de 'Oetstad' zou gaan bezoeken was raar. Robert Zimmerman in mijn achtertuin. Vriend Siebrand, toentertijd scribent voor het 'Dagblad van het Noorden', maakte het nog gekker door daags voor het concert te vertellen dat hij van een betrouwbare bron had vernomen dat Dylan een groot fietsliefhebber is. De kans zou groot zijn dat Dylan de afstand tussen het familiehotel in Paterswolde, waar hij naar alle waarschijnlijkheid zou overnachten, en de concertzaal, de Evenementenhal in Groningen, met een stalen ros zou gaan overbruggen. We hebben op de dag van het concert een aantal kerel de route tussen Paterswolde en Groningen gereden in de hoop 'His Royal Bobness' op de fiets tegen te komen. We hebben hem niet gezien. Dylan voorovergebogen trappend op de Veenweg was op voorhand al een mooi beeld. Of het daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, daar zijn we nooit achter gekomen. We hebben nooit meer over onze paparazzi activiteit gesproken. Afgelopen jaar las ik de volgende twee columns van journalist Herman Sandman. Ik moest er weer aan denken.

I

Albert Hogeveen, wie kent hem niet, vertelde mij een tijdje terug een fantastisch verhaal. Bob Dylan, dé Bob Dylan, bracht tijdens Europese tournee’s wel eens een bezoekje aan de provincie Groningen. Dan ging de beroemde Amerikaanse singer/songwriter fietsen in de buurt van Aduarderzijl. Dat deed de man omdat hij het hier zo mooi vond. De streek, het landschap, deed hem denken aan waar hij vandaan kwam (Duluth, Minnesota). Nu had en heb ik geen reden om aan de woorden van Hogeveen te twijfelen, maar het klonk bijna te mooi om waar te zijn. Tot ik vrijdag met een goede kennis in café De Drie Uiltjes zat. Die kennis was een doorgewinterde Dylan ­fan en ik vertelde hem wat ik van Hogeveen gehoord had. Hm, zei hij. Daarop kwam een nog mooier verhaal. Henk Scholte, onze Henk Scholte, stapte eens een kroeg binnen in Noordpolderzijl. ‘Hou ist?’, vroeg Henk aan de waard. ‘Rustig’, was het antwoord, ‘d’r zit allennig n gekke Amerikoan aan de bar kovvie te drinken.’ Waarop de blik van Scholte richting hoek van de bar ging en hij bijna een hartverzakking kreeg. Bob Dylan. Een gulden regel in de journalistiek is dat je pas kunt publiceren als een verhaal door drie onafhankelijke bronnen wordt bevestigd. Nu had ik Henk en Albert kunnen, moeten, bellen, om het nog eens te verifiëren, maar ik ben daar gek. Stel dat ze ontkennen. Ik weet genoeg. Het kan niet anders of dit is waar. Overigens: zoals het mij verteld werd, was de waard van die kroeg in Noordpolderzijl niet echt onder de indruk. Henk Scholte: “Waist doe wel wel dat is??!! Dat is Bob Dylan!!!” Kroegbaas: “Dat kin mie hailemoal niks schelen. As hai zien koffie moar betoalt.”

II

Het verhaal van Bob Dylan op de fiets in Noord ­Groningen, dat ik 4 januari op deze plek vertelde, zingt zich in hoog tempo rond. Zelfs de Vpro weet er al van en Henk Scholte, die de Amerikaan tegenkwam in het café van (de inmiddels overleden) Siert van Warner in Noordpolderzijl, moet het steeds weer vertellen. Het liet mij evenmin los en ik dacht, laat ik het Bob gewoon vragen. Er is een officiële site, met een e­mail adres (foggy@bobdylan.com) en wie niet waagt, wie niet wint. Het duurdeeven, maar verdomd, ik kreeg een mailtje terug:

Dear, Mr. Herman Sandman,
The story is correct, though it happened quite a few years ago, in the early nineties maybe. We had a concert in the City of Groningen. Somebody knew I was fond of biking and that the area, wichyou call highland, was like the landscape around my hometown, Duluth, Minnesota. I remember names like Usquert, Stitswerd, Zandeweer. We drank coffee in a café, with a strange owner. He just sat there. But you know, I liked it, because it was the first place where people didn’t gaze at me. When paying my coffee I had the funny feeling that he didn’t trust me at all, not knowing who I was. And you are right: a white bearded man came in. He looked like a fiftie year old Jezus with a hangover. It was a druïde, I gues sed. But the strangest thing happened the next day, when we where in a place called Beecham (is that correct?). We entered a bar and there was David Crosby… Very weird.
With respect, Bob.

Dear Mr. Dylan,
The white bearded man was Henk Scholte. He is a famous storyteller and folksinger, in a band called Törf. That is not Beecham, but Veendam, famous for its Jugendstil­houses. The name of the café was ‘t Aaierdoppie. It doesn’t exist anymore. The bartender who looks like a twin brother of David Crosby is Bé Wever.’

Aldus Herman Sandman in de 'Groninger Gezinsbode'.

Ik had graag beeld willen leveren bij bovenstaande verhalen. We hadden dus niet ten zuiden van de stad moeten zoeken naar een Dylan op de 'Harley Trapson'. Eén troost, mocht ik ooit Dylan tegen het lijf lopen, kan ik zeggen dat ik inmiddels in Beecham woon.