"Daar kan er misschien nog een stoel worden bijgeschoven." Of ik er bezwaar tegen heb plaats te nemen in het zaaltje naast de kerk. Een drager loodst mij langs de lijkwagen naar de ingang. Langs de randen en aan drie rijen met tafels zit het volgepakt met bekenden van de overledene. Kaarsen worden aangestoken. Zien doen we het niet. Er is enkel geluid. Een begrafenis is per definitie onwerkelijk. Zonder beeld helemaal.
Na de dienst kwam de uitvaartleider ons vragen te blijven zitten en op zijn teken de zaal te verlaten om aan te sluiten bij de rouwstoet. De tien minuten die volgden waren ongemakkelijk en vreemd. Iedereen keek onbestemd naar iets of niets. Stilte kent ook variaties in toonhoogte.
Mijn ogen waren gericht op de half open vitrage waardoor ik de hoofdstraat van het dorp kon zien. Er was weinig tot geen verkeer. Alles stond stil.
De begraafplaats van Oostwold was nat en drassig. Halverwege hield de lange stoet stil en zagen wij van een afstand hoe de naaste familie de kist in het graf plaatste. Het sombere weer maakte de scene compleet. De stoet sloot aan om gezamenlijk de laatste eer te bewijzen.
Mijn vroegere buurjongen werd begraven. Te jong. Dat mag gewoon niet mogen.
In alles was het een terug in de tijd. Het decor voelde vertrouwd en goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten